“Survival of the fittest” is bekend geworden door Herbert Spencer, die het gebruikte in zijn boek ’the principles of Biology’ uit 1864. Hier koppelde hij de ontwikkeling in de biologie aan theorie die hij had ten aanzien van economie. Hij had het boek de oorsprong van de soorten van Charles Darwin gelezen dat toen net uit was.
“Survival of the fittest” is” het overleven van dat wat het best past in de omstandigeheden”.
In zijn boek gebruikte hij die term voor het eerst en tekende parallellen tussen Darwins biologische theorieën en zijn eigen economische theorieën.
Spencer stelt dat als de overheid niet ingrijpt de bekwaamste (rijkste) mensen uiteindelijk overblijven en er een superbeschaving ontstaat waaruit de zwakkere groepen geëlimineerd zijn.
In de vijfde editie van ‘De oorsprong der soorten uit 1869’, nam Darwin de term ‘survival of the fittest’ over als vervanger van zijn eigen term natuurlijke selectie.
De term survival of the fittest wordt tegenwoordig gebruikt voor vrijwel iedere situatie waarin enige analogie is met evolutie en natuurlijke selectie. Veel biologen gebruiken juist daarom deze term niet meer en spreken enkel van natuurlijke selectie.
‘Survival of the fittest’ is lang verwart met ‘het recht van de sterkste’. Een organisme hoeft echter niet de ‘sterkste’ te zijn om betere overlevingskansen te hebben dan anderen. Meer intelligentie, betere camouflage of beter vluchtgedrag vergroten de overlevingskansen en er zorgen dat een organisme ’the fittest’ is.
De soort die aangepast is aan de omgeving en daardoor de beste overlevingskansen heeft, heeft in zijn habitat de beste ‘fit’ (aanpassing).
Het betekent niet dat de ‘sterkste’ het morele recht heeft te doen wat hij wil met een ‘zwakkere’ met de motivatie dat dat nu eenmaal zo werkt in de natuur.
Helaas is deze ‘verdraaide’ vorm vooral bekend geworden doordat het gebruikt is om ‘ongelijkheid op basis van kracht’ als natuurlijk te bestempelen. Deze verwarring wordt grotendeels toegeschreven aan de gewijzigde betekenis van het woord ‘fittest’. Toen deze term ontstond in Engeland betekende fittest vooral meest passend (to fit → passen) of het ‘geschiktst’ en was het niet beperkt tot de beste fysieke conditie.
Als je kijkt naar de mogelijkheden van dat wat het best past gaat er op elk gebied weer een wereld voor je open.